Sport

Hoe China de voetbalwereld probeert over te nemen

David1009 views

China is samen met de Verenigde Staten en Rusland één van de wereldmachten. Het is echter pas sinds relatief korte tijd dat ook de middenklasse groeit en het aantal miljonairs en miljardairs flink toeneemt. Dat merken we ineens overal aan. In het lijstje grootste bedrijven ter wereld is het steeds meer dringen geblazen door de opkomst van Chinese bedrijven als Alibaba en ook in de sportwereld wordt de hand van de Aziaten steeds duidelijker.

Een recent voorbeeld hiervan uit onze omgeving is de overname van voetbalclub ADO Den Haag door een Chinees consortium. Dat is helaas geen onverdeeld succes gebleven. Met talloze conflicten tussen de Nederlandse clubleiding en directeur Wang zijn andere Nederlandse clubs voorlopig afgeschrikt om met Chinese bedrijven in zee te gaan.

Toch is de Chinese invloed niet iets tijdelijks: we zien overal in de voetbalwereld steeds meer de hand van China terug.

Tottenham Hotspur-speler Vincent Janssen draagt het logo van het Chinese bedrijf AIA op zijn shirt.

Voor miljoenen naar China

De eerste topvoetballers gingen al zo’n tien jaar geleden afbouwen in China, maar in die tijd was dat nog behoorlijk ongewoon. Het was in een tijd waar voetballers eerder in hun laatste jaren naar de Verenigde Staten of het Midden-Oosten vertrokken, wat overigens nog steeds veel gebeurt.

In de laatste twee jaar is het echter pas echt ontploft. De één na de andere topspeler vertrekt naar China. Hierbij is er één groot verschil met spelers die dit eerder al deden met een vertrek naar Dubai: het zijn spelers in de bloei van hun carrière. Waar het bij een vertrek naar Dubai of Qatar vaak ging om spelers die op hun laatste benen liepen, vertrekken nu huidige toppers als Hulk, Higuain en Pellè voor het geld naar China.

De Chinezen betalen zóveel, dat het voor de spelers vrijwel onmogelijk is om nee te zeggen. Zelfs wanneer het betekent dat ze niet in volle stadions de Champions League spelen maar in halflege stadions in een extreem matige Chinese competitie: het geld is gewoonweg te aanlokkelijk.

Het beste voorbeeld is Higuain, de Argentijnse topspits die in China ruim 9 ton per week (!) kon gaan verdienen. Ter vergelijking: dat is meer dan Lionel Messi en Cristiano Ronaldo, die tot dan toe met afstand de best betaalde voetballers ter wereld waren en qua niveau ook een paar tandjes hoger zitten dan Higuain.

Gonzalo Higuain vierde grote successen met grootmacht Juventus, vertrok uit heimwee terug naar Argentinië, maar koos slechts een jaar later voor het grote geld in China.

Is de voetballershandel een bubbel?

Tegelijkertijd lijkt de aankoop van jonge voetballers voor extreme bedragen ook een soort bubbel. Hoewel de één na de andere topper volgt voor tientallen miljoenen, reageert ook de Chinese autoriteit. Op dit moment mogen er slechts drie buitenlanders in de basis starten. Voor sommige clubs is dit een probleem, omdat zij voor de regelwijziging al meer dan drie buitenlanders hadden aangetrokken.

In vrijwel iedere wedstrijd van de Chinese competitie zie je dan ook wissels plaatsvinden na nauwelijks tien minuten voetballen. Chinese voetballers moeten dan plaatsmaken voor de dure buitenlanders.

De vraag is hoe lang het aanhoudt. Een team als Jiangsu Suning FC dat onder meer Ramires kocht van Chelsea (€ 28 miljoen), Alex Teixeira van Shakhtar Donetsk (€ 50 miljoen) en de onbekende Roger Martínez voor € 8,5 miljoen staat troosteloos op een 15e plek in de competitie, wat degradatie zou betekenen. Bovendien worden clubs door een nieuwe regel beperkingen opgelegd voor transfers wanneer ze geen winst maken, wat de meeste clubs vrijwel zeker niet doen.

Van bomvolle stadions op het hoogste niveau naar desolate stadions in de zeer matige Chinese competitie: voor de extreme salarissen die worden uitgekeerd klinkt het veel voetballers niet slecht in de oren.

Clubs in handen van China

Dat er bij de aankoop van dure spelers uit Europa waarschijnlijk snel een (voorlopige) rem op komt, wil niet zeggen dat de invloed van China zo door de Chinezen zelf wordt ingeperkt. Niets weerhoudt Chineze zakenlui namelijk om voetbalclubs op te kopen. Vaak simpelweg als een investering en speeltje, zonder enige binding te voelen met de clubs. Dat is overigens iets wat al langer speelt met Aziatische clubovernames.

Zo werd volksclub Cardiff City uit Wales overgenomen door de Maleisische Vincent Tan. Zonder enig gevoel voor traditie veranderde hij het logo van het team, waar al sinds jaar en dag prominent een blauwe zwaluw op prijkt. De zwaluw werd ingewisseld voor een rode draak en kreeg een minuscuul plekje onderaan het logo.

Het thuistenue, dat al sinds de oprichting meer dan honderd jaar daarvoor blauw was, werd resoluut veranderd in rood, de kleur van strijd en moed, volgens eigenaar Tan. Massale kritiek van de fans was aan dovemansoren besteed. “Ze moeten niet zeuren”, zo zij de nieuwe eigenaar. Weliswaar werd de club in één klap steenrijk, het verloor ook zijn ziel, iets waar veel andere clubs doodsbang voor zijn bij buitenlandse overnames. Inmiddels is het thuistenue wel weer blauw en het uittenue rood.

Ook het logo is weer veranderd, met de zwaluw weer prominent in het logo. Toch blijft het gek ogen, want de rode draak van Wales is ingewisseld voor een Aziatische draak.

Terwijl een transfer naar een Europese topclub lonkte, koos ook de Braziliaan Hulk voor het geld van China.

Toename aantal overnames

Toch blijft het aantal overnames toenemen, ondanks verhalen als dat van Cardiff City en ADO Den Haag. In de Engelse Premier League zijn twee clubs (deels) in handen van Chinese investeerders (Manchester City en West Bromwich Albion). In de Championship (tweede niveau) zijn dit er nog eens drie (Wolverhampton Wanderers, Birmingham City en Aston Villa).

Andere prominente clubs die (deels) in Chinese handen zijn, zijn onder meer Inter Milan, AC Milan, Atlético Madrid, AJ Auxerre, Nice, Olympique Lyon, Espanyol en Slavia Praag. Vooralsnog lijken alleen clubs uit Duitsland buiten schot te blijven, hoewel RB Leipzig met Red Bull wel in buitenlandse handen is.

De vraag is in hoeverre deze overnames schadelijk zijn. Veel van de clubs waren tot op zekere hoogte al topclubs, zoals Atlético Madrid, beide clubs uit Milaan en Lyon. Anderzijds weet je met de overnames in elk geval één ding zeker: de kloof tussen topclubs en kleinere clubs wordt niet kleiner. Veel clubs wapenen zich tegen overnames, zeker wanneer zij beursgenoteerd zijn en hier dus gevoelig voor zijn.

Toch is het maar de vraag hoe een club kiest wanneer ze geldproblemen hebben en grote Chinese geldzakken voor de deur worden gezet.

 

Foto Janssen CosminIftode / Shutterstock.com
Foto Higuain: cristiano barni / Shutterstock.com
Foto Chinees stadion: mooinblack / Shutterstock.com
Foto Hulk: CP DC Press / Shutterstock.com
Hoofdfoto: WaitForLight / Shutterstock.com

Leave a Response