5 Nederlandse outsiders voor Olympisch goud
We zijn er inmiddels wel aan gewend dat we van de Nederlandse voetbalmannen niet meer al teveel hoeven te verwachten, maar gelukkig blijft deze malaise beperkt tot de voetbalheren. Tussen 9 en 25 februari van dit jaar staan de Olympische Winterspelen op het programma. Zoals het er nu uitziet, zou Nederland het nog wel eens goed kunnen gaan doen.
Favorieten voor een Olympische plak als Sven Kramer en Sjinkie Knegt kennen we inmiddels wel, maar hoe zit het met de outsiders? Het Nederlandse team heeft enkele atleten in de gelederen die misschien niet dé grote favoriet zijn, maar wel degelijk kans maken om te verrassen in Zuid-Korea. Mannennieuws.nl zet vijf kanshebbers voor Olympische goud op een rijtje.
1. Esmee Visser (schaatsen, 5.000 meter)
Zonder haar tekort te doen, komt Esmee Visser eigenlijk pas net kijken op het hoogste niveau van het internationale schaatsen. De net 22-jarige Zuid-Hollander rijdt sinds het seizoen 2015/2016 haar rondjes bij de senioren, maar viel lange tijd niet direct op.
Sterker nog, bij de NK afstanden van dit jaar eindigde ze als 11e op de 3.000 meter en 5e op de 5.000 meter. Niet direct resultaten die wijzen op een Olympische plak, maar na dat toernooi veranderde alles. Op het Olympische kwalificatietoernooi (OKT) werd Visser verrassend tweede op de 5.000 meter, waarmee zij zich plaatste voor de Olympische Spelen.
De opmars was verrassend, maar nog verrassender was de Europese titel op de 3.000 meter korte tijd later. Al op het OKT leek Visser sterk in vorm te zijn, maar was ze met een vijfde plaats op de 3.000 meter ver van een Olympisch ticket. Op het EK trok ze de goede lijn moeiteloos door met haar titel. Toegegeven, de grote favorieten namen niet deel aan het EK, maar het is duidelijk dat Visser een flinke kans maakt op een plak op de Olympische 5.000 meter.
2. Yara van Kerkhof (shorttrack, 1.000 meter)
Yara van Kerkhof geldt binnen de landsgrenzen al jaren als één van de beste shorttrack schaatsers, maar wist op internationale toernooien nog niet vaak het podium te bestijgen. Alleen bij de 3.000 meter aflossing wist ze met haar team onder meer een Europese titel te behalen.
Vergelijkbaar met Visser, lijkt Van Kerkhof echter haar topvorm te bereiken in het jaar dat het er het meeste omgaat. Ze plaatste zich voor de 500 meter, 1.000 meter en 3.000 meter aflossing. Tijdens het afgelopen EK wist ze enigszins verrassend het zilver te behalen op de 1.5000 meter, hoewel haar 1.000 meter mislukte.
De zilveren plak betekende haar eerste individuele prijs op een EK of WK. Hoewel Van Kerkhof zich niet wist te plaatsen voor de Olympische 1.500 meter, behoort ze inmiddels tot de outsiders voor de Olympische 1.000 meter. Afgaande op haar vorm zou het best kunnen dat we voor Van Kerkhof mogen gaan juichen.
3. Cheryl Maas (snowboarden, Big Air)
Cheryl Maas is de enige Nederlandse atleet die niet deelneemt aan een schaatsnummer tijdens de Olympische Winterspelen. Ze plaatste zich dankzij haar plaats op de wereldranglijst en twee zesde plaatsen tijdens wereldbekerwedstrijden in Milaan en Peking.
Het pad van Maas is opvallend te noemen. Tijdens de zomer van 2017 brak ze haar nek na een duik in een ondiep zwembad en leek een topprestatie erg ver weg. Ze vocht zich snel terug en presteerde goed tijdens het wereldbekerseizoen.
Hoewel Maas zeker niet als favoriet geldt voor het onderdeel Big Air, zit ze wel dicht tegen de top aan. Het zou dan ook niet voor het eerst zijn dat een sporter van haar statuur verrassend een plak pakt. Weet je niet precies wat Big Air inhoudt? Check dan het onderstaande filmpje van de wereldbekerwedstrijd in Milaan, waar Maas als zesde eindige.
4. Bob de Vries (schaatsen, 5.000 meter)
Bob de Vries is geen onbekende in de schaatswereld, maar misschien wel bij het langebaanschaatsen. De marathonschaatser maakte namelijk vooral naam op de langste afstand, waar hij regelmatig de ogen op zich gevestigd had.
Op de binnenbaan wist De Vries zo nu en dan goed te presteren, voornamelijk op de 10.000 meter. In 2015 en 2016 wist hij het brons te winnen achter favorieten als Jorrit Bergsma en Sven Kramer. Toch is het de 5.000 meter waarop Bob de Vries iedereen verraste dit jaar. Tijdens de OKT wist hij gedoodverfde favoriet Sven Kramer achter zich te laten.
Hoewel Kramer niet zijn beste 5.000 meter reed, liep hij ook niet de kantjes er vanaf, wat de prestatie des te meer bijzonder maakt. Naast De Vries en Kramer, plaatste ook Blokhuijsen zich voor de Olympische 5.000 meter, wat betekende dat Bergsma, de winnaar van Brons op de Spelen Sotsji, niet naar Zuid-Korea gaat op deze afstand.
Gevraagd naar de verklaring voor zijn opmars, is het antwoord van De Vries simpel: voor het eerst richt hij zich met volle aandacht op de afstand. Het zou zo maar kunnen dat hij zijn goede lijn ook naar Zuid-Korea weet door te trekken.
5. Kai Verbij (schaatsen, 1.000 meter)
De 23-jarige Kai Verbij is, net als enkele andere Nederlandse atleten, bezig aan een flinke opmars. Sinds 2016 laat hij zich nadrukkelijk zien in de sprintwereld van het langebaanschaatsen. In dat jaar werd de jonge schaatsen van Japanse afkomst Nederlands kampioen sprint en won hij brons op de Europese kampioenschappen.
Die lijn trok hij in 2017 moeiteloos door met goud op de nationale 1.000 meter en goud op zowel het EK als WK sprint. Verbij openbaart zich vooral als sterke allrounder op de sprint. Helaas volgen de Olympische Winterspelen echter geen allround-format, maar worden medailles uitgedeeld op losse onderdelen.
Toch lijkt Verbij ook hier een goede kans te maken op een medaille, met name op de 1.000 meter. Op deze afstand eindigde hij tijdens het EK sprint als tweede en tijdens het WK sprint als derde. Ook tijdens het WK afstanden won hij brons op de 1.000 meter.
Een bronzen Olympische medaille ligt dan ook enigszins in de lijn der verwachting, maar gezien de snelle opmars van Verbij zou het zo maar kunnen dat hij boven zichzelf uitstijgt en zelfs goud weet te behalen. Daarbij zal hij overigens fikse concurrentie ondervinden van landgenoot Kjeld Nuis.