Zo zag jouw voetbalzaterdag eruit als F-pupil
De gemiddelde Nederlandse man zal in veel gevallen als kind op voetbal hebben gezeten. Dat begon allemaal bij de F-pupillen, waarbij je meestal 7 of 8 jaar oud bent. Acda en de Munnik schreven al eens een hit over deze tijd genaamd “Groen als gras” en voor menig man zal het een mooie herinnering zijn.
Mannennieuws.nl neemt je nog één keer mee naar deze tijd. In het bijzonder: de zaterdag dat je een uitwedstrijd speelde.
Zaterdag 7 of 8 uur: opstaan en klaarmaken
Het is zaterdagochtend, je hebt net je schoolweek erop zitten en het is tijd om te gaan voetballen. Je vader of moeder maakt je wakker en je voelt lichte zenuwen: vandaag moet het gebeuren. Na een ontbijtje, bijvoorbeeld banaan op brood, rij je richting de club. Daar staan je teamgenootjes al te wachten en kijkt iedereen enigszins gespannen naar de inrit van de parkeerplaats om te kijken of iedereen wel op tijd is.
Enkele ouders hebben aangeboden om te rijden en het is natuurlijk altijd vechten om in de mooiste auto of met je beste vriendjes in één auto te zitten. Soms zit het tegen en komt iemand niet opdagen of is verhinderd. Is die gene op tijd met het melden hiervan, dan wordt de bekende telefoonpiramide afgebeld om dit door te geven. Een Whatsapp-groepje was er namelijk niet in deze tijd.
9 uur: de rit naar Lutjebroek
Is iedereen verzameld, dan begint de rit naar één of ander gehucht in de regio waar gespeeld moet worden. Onderweg wordt er enthousiast geschreeuwd over de wedstrijd, worden er voorspellingen gedaan en gaat het bovendien over een hoop andere dingen dan voetbal. Focus zoals bij de profs? Geen sprake van! Gelukkig maar.
Het team rijdt in een colonne naar de plek van de wedstrijd, maar tijdens de rit verliezen altijd wel één of twee auto’s het zicht op de auto’s ervoor. Met wat geluk weten de betreffende auto’s zelf waar ze heen moeten, maar meestal raakt een auto verdwaald. Ook hier geldt: geen Google Maps, dus het verdwalen kan behoorlijk stressvol zijn.
Dit is meestal het moment dat iedereen in de auto stil moet zijn en de radio zachter wordt gezet. Want met minder geluid kan de bestuurder beter de weg zien. Ofzo. Je stelt geen vragen.
10 uur: omkleden, bespreking en warmlopen
Zit het allemaal mee, dan is iedereen op tijd aangekomen en kun je met je team naar de kleedkamer. De trainer hangt een langdurig verhaal op over de punt naar voren of de punt naar achteren, maar diep van binnen weet hij best dat het weer kluitjesvoetbal wordt. Wat anders?
De kleedkamer stinkt vaak naar oud, gedroogd gras, modder en vooral veel zweet. Iedereen wil het liefst het veld op dus er wordt zo min mogelijk tijd gespendeerd in de kleedkamer.
Tenminste, zo gaat het in de zomer. Want wie heeft niet de herinneringen van wedstrijden in hartje winter? Harde regen, kou en soms zelfs sneeuw: er moet gespeeld worden, maar van harte gaat het niet. De warming up is bittere noodzaak en het is hopen dat je niet als wissel begint, want met wat gevoel voor drama heb je het idee dat je langzaam bevriest.
Bij de warming up zijn er vaak twee soorten teams: het zooitje ongeregeld en de pseudo-profs. Het zooitje ongeregeld komt het meeste voor. Spelers in verschillende trainingspakken lopen wat door elkaar en gaan het liefst direct schieten op doel. De pseudo-profs dragen allemaal hetzelfde trainingspak (zelfs al bij de F-jes!) en werken netjes op een rijtje het warming up-programma af. Hoor je bij de eerste groep en speel je tegen de tweede groep, dan kan het wat intimiderend zijn.
11 uur: aftrap!
Het is 11 uur en er mag dan eindelijk afgetrapt worden. De eerste minuut blijft iedereen netjes op zijn positie staan, maar het enthousiasme neemt al snel over en de linksback duikt op in de spits en de spits als voorstopper om de bal op te halen.
Al snel hebben de eerste spelertjes hun kruid verschoten en zijn ze een stuk minder enthousiast en energiek als hiervoor. Tijd voor de wissels, die meteen meegaan in het enthousiasme en even vergeten op welke positie ze eigenlijk spelen.
Kluitjesvoetbal: altijd!
11:20: rust en instructies
Na twintig minuten razen is het rust en is het altijd de vraag wat de stand is. Soms een nette 1 – 1 of 2 – 0, maar ook een 10 – 0 of 0 – 10 stand is niet ongebruikelijk. Sta je dik voor, dan is het vaak tijd om de verdedigers nu écht in de spits te zetten en de aanvallers juist te laten verdedigen, vaak met tegenzin.
Sta je achter of gelijk, dan probeert de trainer je team koortsachtig aanwijzingen te geven waarmee de winst geforceerd moet worden. Wederom is de kans vrij groot dat er weinig van terecht komt. Iedereen is met name bezig met de limonade die op zich laat wachten.
Tweede helft: de laatste loodjes
De tweede helft is soms totaal anders dan de eerste helft: waar je eerst de tegenstander wegspeelde, wordt jij nu zelf weggespeeld of andersom. Er volgt ook vaak een moment waar een spelertje te hard wordt neergehaald of een bal in het gezicht krijgt. Huilen van de schrik en ruzietjes met schelle, hoge stemmetjes: het hoort erbij. Na een behandeling met de magische natte spons is het ergste leed wel verholpen en kan de speler weer door.
Tegen het einde van de tweede helft zijn het met name de spelers die een goede conditie hebben die het verschil maken. Ze blijven rennen (uiteraard in kluitjes) en scoren misschien zelfs nog. Dan klinkt het laatste fluitsignaal en is het tijd om handjes te schudden en ‘goed gespeeld’ te zeggen, ook als je de tegenstander net met 30 – 0 hebt afgemaakt.
De derde helft: smeken om een zakje chips of patatje
De derde helft is als F-pupil soms zelfs nog spannender. De vraag is namelijk: mag je van je vader of moeder een zakje chips of patatje, of moet je het doen met een flesje AA-drink? De ene speler krijgt altijd een snack, terwijl de ander moet smeken en hopen dat zijn vader of moeder gul is.
Heb je minder geluk dit keer, dan kijk je verlekkerd toe hoe je vriendje een patatje wegwerkt. Enigszins teleurgesteld keren jullie huiswaarts. Het is hopen dat er gedouched is (al dan niet in onderbroek), want anders wacht je een rit in een kleine auto vol zwetende en modderige kinderen.
Thuis is het tijd om even lekker op de bank te hangen en tekenfilms te kijken. Weekend!