De Nürburgring: racen en crashen

Iedereen voelt zich wel eens Max Verstappen bij het wegrijden van een stoplicht. Je staat vooraan, de weg voor je is vrij en je hebt de ruimte om eens flink op te trekken. Maar ja, eenmaal bij zeventig of tachtig kilometer per uur moet je alweer van het gas af.

Dat zullen ook veel mensen op de snelweg hebben, zeker op de vijfbaans A2 tussen Amsterdam en Utrecht. Maar ja, ook hier mag je het grootste deel van de dag niet harder dan honderd kilometer per uur.

Voor iedereen die toch wel eens écht wil racen is er een oplossing: de Nürburgring in het westen van Duitsland. Beroemd, berucht en geliefd.

Nürburgring: icoon in de autosport

Hoewel de Ring nu vooral bekend is als plek waar hobbyisten een keer goed hun auto kunnen testen, heeft het circuit een rijke geschiedenis vol historische momenten uit de autosport. In de jaren ’20 van de vorige eeuw werd het grootste deel van het circuit gebouwd, waarmee de Nürburgring dus al bijna honderd jaar oud is. Om aan te geven: in die periode reden er ongeveer 31.000 auto’s rond in Nederland. Dat zijn er tegenwoordig zeven miljoen.

Decennialang was de Nürburgring een halte tijdens het Formule 1-seizoen, hoewel zo nu en dan het circuit veranderd werd. De voorlopig laatste Grand Prix op de Ring werd gewonnen door Duitser Sebastian Vettel in 2007.

Ongevallen

Dat de Nürburgring haar status als Grand Prix-circuit verloor had verschillende redenen. Belangrijk was dat het circuit te lang en traag was voor F1-auto’s, maar ook het gevaar van het circuit. De lay-out vergt veel van de coureur en dat gaat niet altijd goed, zelfs niet bij de profs. Regelmatig vonden er ongevallen plaats, waaronder de dood van de Nederlandse F1-coureur Carel Godin de Beaufort in 1964. Ook tegenwoordig vind er bijna ieder jaar nog wel een dodelijk ongeval plaats in andere raceklassen.

Het meest beruchte ongeval is dat van Niki Lauda, de Oostenrijkse ster van de F1 in de jaren zeventig en tachtig. Hoewel hij de snelste coureur op het circuit was, vroeg Lauda in 1976 andere coureurs om de Nürgburgring te boycotten vanwege het gevaar. Zijn oproep was aan dovemansoren besteed, wat later hard terug zou komen bij hem.

Al in de tweede ronde vloog Lauda van de baan af, raakte hij een vangrail en vloog zijn auto in brand. Zijn helm vloog af en hij zat vast in zijn auto. Coureurs die gestopt waren wisten hem uit de auto te trekken, maar tegen die tijd was een groot deel van Lauda’s lichaam en gezicht verbrand en had hij giftige gassen ingeademd.

De Oostenrijker raakte in een coma, verloor een oor, oogleden en had zware littekens over zijn hele lichaam, maar kwam er bovenop. Bekijk hieronder de beelden van de crash.

 

Publieke toegang tot de Ring

Gezien het beruchte karakter van de Nürburgring is het misschien wel enigszins verbazingwekkend dat juist dit circuit vaak open is voor het publiek. Voor slechts € 25,00 mag iedereen rondrijden over de Nordschleife, een oud en beroemd deel van het circuit met een lengte van 22 kilometer.

Wanneer je de Ring bezoekt begrijp je direct waarom het circuit zo populair is: uitdagend, mooi en je kunt zo hard gaan als je wilt. Ook als toeschouwer kun je je goed vermaken met een dagje Nürburgring. Veel hobbycoureurs komen namelijk flinke sportwagens. Voor de autoliefhebber is Nürburg dan ook een walhalla.

Racen en crashen

Maar als professionele coureurs soms al (dodelijk) crashen, dan zou dit bij amateurs toch ook het geval moeten zijn? Dat is helaas het geval. Met name amateurs met weinig ervaring (en geen kennis van de regels) gaan nog wel eens in de fout. Vaak zijn de gevolgen redelijk beperkt en ogen de crashes met name spectaculair. Toch vallen er ook regelmatig gewonden en soms zelf doden.

Sterker nog, de organisatie van de Ring werkt bewust geheimzinnig en creatief met ongevallen. Gemiddeld vallen er jaarlijks namelijk doden. Zo vielen er tussen januari en september in 2005 volgens de politie tien doden, terwijl de Ring het zelf had over twee doden.

Dit verschil werd breed uitgemeten en bleek voort te komen uit creatief werk van de organisatie. Overleed iemand op het circuit, dan was het een officiële dode. Overleed iemand onderweg naar of in het ziekenhuis, dan was dit volgens hen een gewonde. Officiële cijfers van de Ring zijn hierdoor onderschat.

Racen op de Nürburgring is dan ook dubbel: het geeft een kick en is tof, maar een ongeluk zit in een heel klein hoekje. Zelfs wanneer je zo veilig mogelijk rondrijdt.