Thailand: prachtig paradijs of toeristische hel?

Ongeveer vijftien jaar geleden was Thailand een relatief onontdekt stukje Azië waar alleen de echte avontuurlijke reizigers naartoe gingen. Tijden zijn veranderd en inmiddels is een groot deel van de jongeren en ook een grote groep oudere reizigers al eens in Thailand geweest.

Het avontuur is nog te vinden in Thailand voor zij die dit zoeken, maar de all-inclusive resorts zijn ook al niet meer weg te denken. Is Thailand verworden tot een soort toeristische hel waar je beter niet kunt komen, of is het nog steeds het tropische paradijs van vroeger?

De zuidelijke eilanden: Full Moon en criminaliteit

Het epicentrum van toeristisch Thailand ligt zonder twijfel bij de zuidelijke eilanden van het land. Met name de eilandjes Kho Samui, Koh Tao en Kho Pha Ngan aan de oostkust zijn mateloos populair en worden iedere zomer overstelpt met westerse toeristen. Met een goede reden, want de eilanden komen zo uit een sprookje: parelwitte stranden, een prettige temperatuur, mogelijkheden om te duiken, een relaxte sfeer en ook nog eens een goed nachtleven.

Even beroemd als berucht zijn de zogenaamde Full Moon parties: bij volle man tot de vroege uren op het strand feesten met tienduizenden toeristen tegelijkertijd. Vanwege de enorme populariteit zijn er inmiddels ook Half Moon en zelfs Quarter Moon parties, die ook druk bezocht worden.

Het spektakel van deze feesten komt wel met een keerzijde: criminaliteit en ongelukken. Er gaan hardnekkige geruchten (die goede onderbouwing hebben) dat deze eilanden vrijwel volledig gerund worden door de Thaise maffia. De politie wordt afbetaald en de maffia heeft vrij spel in de drugshandel, maar ook afpersing. Zo komt het wel eens voor dat toeristen drugs kopen van een agent in burger en vervolgens enorme bedragen moeten betalen om de erbarmelijke omstandigheden in de Thaise gevangenis te voorkomen.

Ook is er zo nu en dan geweld, met de brute dubbele moord en verkrachting van twee Britse backpackers in 2014 op Koh Tao als  dieptepunt. Tegelijkertijd verblijven jaarlijks miljoenen toeristen op de eilanden zonder noemenswaardige incidenten. Paradijs, hel, of toch iets er tussenin? Zeg het maar.

Tijgertempels en olifantentochten

Een ander pijnpunt voor de Thaise toerismebranche bevindt zich helemaal aan de andere kant van het land, waar je tijgetempels en olifantentochten vindt. Hoewel het op het eerste gezicht prachtig lijkt, gaat het hier om onvervalste dierenmishandeling. De tijgers waarmee je op de foto kunt en mee kunt knuffelen zijn zonder uitzondering gedrogeerd. Toch is dit iets waar veel toeristen niet bij stil staan, wat de tempels in stand houdt.

Na veel internationale druk is in 2016 de grootste tempel gesloten door de autoriteiten. Bij de inval vonden agenten zo’n veertig tijgerwelpjes in een vriezer en nog eens twintig welpjes op sterk water. Ook werden er restanten gevonden van geslachte tijgers, waarbij de lichaamsdelen waarschijnlijk worden verkocht aan China voor medicinale (niet-werkende) doeleinden.

Ook in sommige olifantengebieden is het slecht gesteld met het dierenwelzijn. Op sommige plekken kan er een toch afgelegd worden op de rug van de olifant. Dit is echter slecht voor de gezondheid van de olifant, waarbij nog niet eens wordt meegenomen dat veel van de olifanten geslagen worden met stokken en zwepen om ze in het gareel te houden. Gelukkig neemt ook de internationale druk op deze parken toe en zijn er steeds minder toeristen die een dergelijke tocht doen.

Duurzame alternatieven

Met name op het gebied van olifantenparken zijn er gelukkig al enkele goede alternatieven om toch in de buurt van de prachtige dieren te komen. Rond de stad Chiang Mai is met name de Elephant Sanctuary erg populair, waar onder meer geconfisqueerde olifanten van de eerdergenoemde tochten worden opgevangen. Toeristen mogen de olifanten hier voeren en helpen met het wassen van de dieren.

Niet alleen is dit veel beter voor het welzijn van de dieren, het is ook nog eens leuker dan een ritje op de rug van een olifant. Waar Thailand langzaam ten onder leek te gaan aan de extreme toerisme, lijkt het land dus wel langzaam maar zeker stappen te zetten naar een meer duurzame vorm van toerisme.

De vele mooie kanten

Oké, Thailand is inmiddels behoorlijk toeristisch en sommige toeristische tripjes kun je beter achterwege laten, maar is het dan allemaal zo slecht? Nee, zeker niet. Dankzij het toerisme is de welvaart van het land, zeker ten opzichte van buurlanden, de laatste jaren flink toegenomen. Hoewel het nog altijd een land is waarin veel mensen het niet breed hebben, zit de stijgende lijn erin.

Dit merk je ook als toerist: de wegen worden beter, je hebt overal internet, de kwaliteit van faciliteiten wordt beter en je wordt minder vaak aangegrepen door mensen die iets willen voorkomen. Tegelijkertijd is het land nog altijd extreem goedkoop in vergelijking met Nederland.

Ook doet het land er veel aan om al het natuurschoon te behouden, in tegenstelling tot sommige andere landen in Azië. Van de bergen rond Chiang Mai tot de eilanden en stranden in het zuiden: het land is nog altijd prachtig.

Thailand als begin van een Aziëtrip

Omdat het toerisme in Thailand zo goed ontwikkeld is en ook het land relatief welvarend is geworden, vormt het een goede start voor mensen die graag door Azië willen reizen. Bijna alle denkbare uitstapjes zijn al miljoenen keren gedaan door anderen. Hoewel alles aan de ene kant hierdoor vrij toeristisch is, is een reis door Thailand hierdoor ook erg laagdrempelig. Ook onervaren reizigers kunnen met een gerust gevoel op het vliegtuig naar Thailand stappen.

Het land is op de meeste plekken nog erg veilig en zolang je wegblijft van drugs en geen gekke dingen doet onder invloed van alcohol, is de kans klein dat je in aanraking komt met (georganiseerde) misdaad.

Dus: een paradijs of een hel? Wij neigen toch vooral richting paradijs.

 

Foto Full Moon Party: Golffy / Shutterstock.com, foto olifanten: Shutterstock